Een ondernemer in -zoals hij zelf zei- ‘die verfoeide plastics’ vertelde me dat hij en zijn branchegenoten graag willen verduurzamen en dat ze daarvoor een gezamenlijk voorstel in Den Haag en Brussel hebben ingediend. Ze willen nu weten welke EU regulering eraan komt, voordat ze miljoenen in de ene of andere techniek gaan investeren. Begrijpelijk. Onder Timmermans is die regulering er niet gekomen. Nu is het weer afwachten wat de nieuwe eurocommissaris zal gaan doen. Zo kunnen ze nog steeds niet in actie komen en dat frustreert. Best verrassend: (petro-) chemische industrie, die aandringt op regulering.
Zodra ondernemers snappen dat de toekomst duurzaam is, sorteren ze gelijk voor. Zo heb ik een kennis in de vastgoedwereld. Persoonlijk is het geen donkergroene ziel, maar in die branche kijken ze goed vooruit. Zakelijk heeft hij lang geleden vol ingezet op verduurzaming van de portefeuille. Goed gezien, want de vraag naar niet-verduurzaamd vastgoed is ingestort. Ik vermoed dat dit nu in grote delen van het bedrijfsleven aan de hand is. Terwijl achterblijvers de beeldvorming domineren met hun boosheid over ‘klimaathysterie’, is de zwijgende meerderheid al volop bezig met de duurzame toekomst. Ze willen vaart maken en kijken naar de politiek voor de spelregels.
Het is vrij komisch dat rechtse politieke partijen het bedrijfsleven willen beschermen tegen duurzame regulering, terwijl datzelfde bedrijfsleven al twee stappen verder is, en aandringt op heldere regulering. Vrije-markt-ideologie? De meeste ondernemers zijn niet zo ideologisch. Ze zijn realistisch en praktisch: ‘OK, ik begrijp dat het moet; zeg maar hoe.’
Lees de volledige column in Het Financieele Dagblad